’s Morgens willen de meisjes de yam koken, een soort wortel. We hebben die gekregen van Govna een vriend van Kelly. Zijn vrouw werkt met andere vrouwen op een grote farm waar ze groente verbouwen die ze verkopen op de markt. De mannen spitten de grond om, de vrouwen planten en geven water en samen met hun kinderen oogsten ze en gaan ze verkopen. Zo kunnen ze voorzien in hun levensonderhoud en zelfs de schoolkosten voor hun kinderen betalen.
Later op de dag gaan we met YAN naar deze farm. Maar eerst terug naar het koken. Hawa, de vrouw die voor ons kookt, kookt op een coalpot maar dat vinden de meisjes te klein dus wordt er midden in Waterloo een voorstad van Freetown gekookt zoals in een dorp.
Als we vragen wat ze erbij willen zijn ze unaniem, kippenpootjes dat krijgen ze bijna nooit. Dus op naar de markt. En dan wordt gekookt. Het is een gezellige boel naast het huis.
s Middags gaan we naar de farm. Bijzonder leerzaam. In hun dorp verbouwen de meisjes ook groente maar alleen voor eigen consumptie.
Ik spreek ze aan op hun gedrag nadat ik eerst moeite heb moeten doen om de deur open te krijgen. Aanvankelijk snappen ze het niet maar als ik een briefje op hun deur hang, kunnen ze er wel om lachen en ook de oudere meisjes zeggen niet veel maar ik zie aan hun gegniffel dat ze het begrijpen.
Dan is het tijd om te vertrekken.
En gaat bij ons letterlijk en figuurlijk het licht uit. ( De lamp die brandt, brandt op een auto accu)