Afgelopen woensdag was het zover: de jongerengroep in Kabala, die verder gaat onder nieuwe naam Youth Advocacy Network, YAN, vierde voor de eerste keer als zelfstandige jongerengroep The International Day of the Girl (IDG). Ik wil jullie meenemen naar deze geweldig geslaagde dag en beginnen bij de voorbereidingen.
We hadden met de jongeren afgesproken dat zij de dag zelf zouden plannen en bij ons een begroting zouden indienen die wij dat vervolgens zouden bekijken. Ik kan je vertellen dat dat niet gemakkelijk is. Ik zal in het verhaal proberen duidelijk te maken waar we tegenaan lopen en hoe dat uiteindelijk heel goed uitpakte.
Het plan was om naar Kondembaia Village te gaan, een redelijk groot dorp 25 km vanaf Kabala in een gebied met een mijn. Kinderarbeid is aan de orde van de dag net als tienerzwangerschappen en kindhuwelijken. Je kunt je voorstellen dat er dan veel kinderen niet naar school gaan. Sajor onze president kent Paramount Chief Sheku Magba de derde, deze Chief is vóór onderwijs ook aan meisjes. Ouders zien echter het nut van onderwijs niet in maar zijn ook vaak noodgedwongen om kinderen van school te halen, enerzijds omdat het werken van de kinderen in de mijn geld oplevert, anderzijds zijn de gezinnen vaak zo arm dat het uithuwelijken van hun jonge dochter aan een, vaak oudere, man lastenverlichting meebrengt. Ze zijn dan immers niet meer verantwoordelijk voor hun dochter.
In Kondembaia is een basisschool en de onderbouw van een middelbare school. Voor deze twee niveau’s van onderwijs hoeft nog geen schoolgeld te worden betaald. Kinderen moeten wel een uniform en schriften en pennen zelf aanschaffen.
De weg naar Kondembaia is zeker nu in het regenseizoen, heel moeilijk begaanbaar maar een week voor de dag zijn Sajor en Manty ernaartoe gereden om hun bezoek aan te kondigen.
In de week die volgde werd het programma uitgewerkt: er werden liedjes ingestudeerd en er werd een toneelstuk geschreven door een van de jongeren over het belang van onderwijs voor meisjes.
Osman Kamara:
Good morning Marie, am the director for the drama we want to perform on October 11. It’s really interesting, I wish you were there. U should have been one of my cast.
Even terug naar de begroting en enkele items waarover vragen ontstonden: er zouden 15 leden gaan.
100 t-shirts? Wij denken dat er maar 15 nodig zijn, er gaan immers 15 leden.
Maar het is gebruikelijk dat er bij elke (actie) dag een t-shirt wordt gedrukt met de datum en naam van de dag, de organisatie en het thema. Vervolgens worden deze t-shirts uitgedeeld aan deelnemers ook die in het dorp. Deze t-shirts worden daarna nog lang gedragen.
Het uitdelen van de t-shirts door Bangalie de penningmeester.
Eten voor 120 mensen? Ook dit wierp bij ons vraagtekens op maar na enige discussie kwamen we tot de conclusie, dat dit een gebruik is waarop je moeilijk kunt beknibbelen in een gebied waar eten schaars is.
Iedere deelnemer krijgt uitbetaald? Ook de mensen in het dorp? Hiervan vinden we met z’n allen dat we dat niet gaan doen; de 15 leden van de groep krijgen een vergoeding maar de deelnemers moeten gegrepen worden door de kracht van de activiteiten en niet door het geld.
We worden aardig aan het denken gezet en moeten ons verplaatsen in een wereld die voor ons zo ver weg is….
Uiteindelijk vertellen we over wat onze westerse manier van aanpak zou zijn. We schrappen 40 t-shirts en 40 maaltijden en de vergoeding voor de deelnemers in het dorp. Wat we heel belangrijk vinden zijn de pennen en schriften die worden uitgedeeld.
Aan het uiteindelijke bedrag voegen we een vrij te besteden bedrag toe om hen de ruimte te geven om zaken die zij belangrijk vinden, misschien toch meer mensen laten eten? toe te voegen.